Raccourci vers le contenu principal de la page

À écouter dire, tout le monde parle de la pédagogie Freinet depuis très longtemps. Cette grande dame octogénaire a connu sa période de gloire au 20e siècle avec quelques célèbres compagnons : Rogers, Neill, Freire, Robin, Montessori, Cousinet, Decroly, Korczak… Elle se serait même glissé insidieusement dans les orientations ministérielles, voire même dans les programmes… jusqu’en 2002. Texte libre, journal et correspondance scolaires auraient rejoint les pratiques enseignantes depuis belle lurette ! Seulement, les Écoles normales puis les IUFM n’ont guère mis la pédagogie Freinet dans leurs cours, peut-être en histoire de l’éducation, et encore ! Il en résulte une réduction à quelques techniques isolées hors de la cohérence systémique de la pédagogie Freinet, ce qui provoque peu à peu la dilution de ses principes fondamentaux.

De Nederlandse versie van deze tekst bevindt zich onderaan.

La pédagogie pratiquée dans la majorité des classes aujourd’hui reste très conventionnelle, même si – plus active – elle offre aux élèves des moments où ils participent davantage. Du coup, les constats ne changent guère : l’école ne s’adresse qu’aux héritiers et aux méritants – les autres devant s’accrocher jusqu’à l’épuisement –, les enfants en difficulté le sont de plus en plus et les enfants des couches populaires en sont les premières victimes. Les évaluations, tels des couperets successifs, enferment les élèves dans l’échec scolaire et les menacent d’orientations non désirées, leur refusant ainsi tous choix pour leur avenir professionnel. Des enseignants ressentent un profond malaise et refusent d’être fatalistes. Par leur curiosité, leurs lectures, leurs rencontres, leur participation aux réunions, aux congrès, ils font connaissance avec la pédagogie Freinet. Un « coup de foudre » philosophique ou politique, une première réponse à leur pratique professionnelle et ils s’investissent, s’engagent dans des pratiques différentes.
Compagnonnages, stages, retours dans les classes s’enchaînent. Les premiers effets se font sentir : des enfants acteurs et auteurs de leurs apprentissages, de leur organisation de classe et d’école. Puis, dans les écoles ayant une équipe Freinet, viennent les résultats en français, en mathématiques, en connaissance du monde, le tout dans un climat de classe apaisé. Comme beaucoup d’enseignants sont isolés au milieu d’une équipe classique, les groupes départementaux du mouvement Freinet leur offrent la mutualisation et la réflexion indispensables au développement de leurs pratiques. Les dernières mesures (semaine de quatre jours, nouvelles évaluations, heures de soutien, stages de remise à niveau…) ont rendu plus difficile le métier d’enseignant, en particulier pour ceux qui pratiquent la pédagogie Freinet. Certaines de ces nouveautés étant en contradiction avec les principes de la pédagogie Freinet, ces praticiens ont dû faire preuve d’audace et de courage pour conserver la cohérence et la philosophie de leur pratique. Des éducateurs, des acteurs sociaux ressentent ce même malaise dans les quartiers et dans les associations. Ils connaissent la pédagogie Freinet et ils mettent au cœur de leur pratique ses principes et ses valeurs. Ils regardent l’enfant, le jeune, comme une véritable personne capable de participer pleinement aux décisions qui les concernent, et pour ceux qui sont exclus de la « réussite scolaire », ils leur permettent de reprendre confiance. Souvent ces militants retrouvent les enseignants en pédagogie Freinet dans les associations, les collectifs où ils travaillent ensemble et dans la même direction.
La pédagogie Freinet aujourd’hui ? C’est toujours et avant tout un engagement pédagogique, philosophique et politique.
La pédagogie Freinet aujourd’hui ? C’est l’avant-garde d’une autre politique éducative.
 
Catherine Chabrun, Éditorial du Nouvel Éducateur, n°203, juin 2011.
 
 
Over de Freinetpedagogie wordt al lang gesproken. Deze tachtigjarige grote dame beleefde haar glorieperiode in de twintigste eeuw in het gezelschap van beroemde metgezellen als Rogers, Neill, Freire, Robin, Montessori, Cousinet, Decroly, Korczak … Ze zou ook geniepig doorgedrongen zijn tot in ministeriële onderrichtingen, zelfs in de programma’s … tot in 2002. De vrije tekst, de klasse-krant en de schoolcorrespondentie zou-den al lang deel uitgemaakt hebben van de doorsnee praktijk in de klas, maar helaas: de lerarenopleiding besteedde weinig aandacht aan de Freinet-pedagogie, misschien hier en daar een les over de historische betekenis ervan, en dan nog! Dit heeft er aanleiding toe gegeven dat de Freinetpedagogie vaak gereduceerd wordt tot enkele geïsoleerde technieken zonder de noodzakelijke achtergrond die de praktijk coherent maakt, wat dan weer aanleiding geeft tot een verwatering van de basisprincipes.
De pedagogie die we terugvinden in de meeste klassen blijft erg traditioneel, ook al beoogt ze een hogere activiteit van de leerlingen en zijn er momenten waarin de leerling meer kan participeren. Vandaar dat we altijd hetzelfde constateren: de school richt zich vooral op leerlingen die het goed doen op school, die daar van thuis uit op voorbereid zijn. De anderen kunnen enkel proberen aanklampen tot de uitputting, kinderen die het moeilijk hebben op school zijn het steeds vaker en de kinderen uit volkse middens zijn hiervan het eerste slachtoffer.
De opeenvolgende evaluaties maken steeds duidelijker dat veel leerlingen mislukken, waardoor ze dreigen ge-oriënteerd worden naar richtingen die ze niet wensen waardoor ze niet echt een beroepskeuze kunnen maken. Sommige leerkrachten hebben een gevoel van onbehagen en weigeren om fatalist te worden. Vanuit hun nieuwsgierigheid, hun lectuur, hun ontmoetingen met anderen, hun deelname aan samen-komsten, aan congressen, maken ze kennis met de Freinetpedagogie. Een filosofische of politieke ommekeer, een begin van antwoord op een aspect van hun werking en ze ontwikkelen een nieuwe praktijk. Begeleiding, stages en de terugkeer naar de klas volgen elkaar op. De eerste gevolgen doen zich voelen: kinderen worden actief en verantwoorde-lijk voor hun leren, voor de organisatie van hun klas en van de school. Ook de resultaten blijven niet uit zowel voor moedertaal, wiskunde als voor wereld-oriëntatie, vooral dan in scholen met een volledig team van Freinetleerkrachten. Opvallend in deze scholen is de rust die er heerst, de werkhouding. Aangezien nog heel wat leerkrachten geïsoleerd staan in een traditionele school zijn er de departementale groepen van de Freinetb-eweging die zorgen voor uitwisseling en de noodzakelijke reflectie om hun praktijk verder vorm te kunnen geven.
De recente maatregelen van overheids-wege (de vierdagen-week, de nieuwe evaluaties, de supplementaire uren voor het bijwerken van kinderen, de stages die voor kinderen met achterstand tijdens de schoolvakanties worden ingericht) heb-ben het beroep van de leraar lastiger ge-maakt, vooral voor degenen die werken vanuit de Freinetpedagogie. Sommige van deze “vernieuwingen” zijn immers in tegenspraak met een Freinetbenadering en het vergt veel moed en door-zettingsvermogen van practici om vast te houden aan de samenhang en de filosofie van hun praktijk. Opvoeders en sociale werkers ervaren hetzelfde onbehagen in de buurt en in het verenigingsleven. Ze kennen de Freinetpedagogie en inspi-reren zich voor hun werk op haar prin-cipes en haar waarden. Ze bekijken het kind, de jongere, als een volwaardig per-soon die zeer wel in staat is om actief deel te nemen aan besluitvorming die hen aanbelangt, en ze zorgen er voor dat kinderen die mislukken op school opnieuw zelfvertrouwen krijgen. Vaak ontmoeten deze militanten Freinetl-eerkrachten in verenigingen, groepe-ringen waar ze samen en in eenzelfde richting werken.
De Freinetpedagogie vandaag? Het is altijd en voor alles een pedagogisch, filosofisch en politiek engagement.
De Freinetpedagogie vandaag? Het is de avant-garde van een andere politiek voor Onderwijs en Opvoeding.
 
Éditoriaal van de Nouvel Éducateur, n°203, juni 2011